In een openluchtschool worden de kinderen in open lucht, in nauw contact met de natuur onderwezen en opgevoed.
“Alleen de openluchtschool kan een volledige opvoeding verschaffen. Zij sluit zon, levensvreugde en vrijheid in, zij beschikt over de beste didactische middelen, nl. al wat het kind omringt : de mensen aan het werk, de bomen, de vogels, het water.” – Congres voor Openluchtopvoeding (Rome, 1949)
“Elke openluchtklas is een kleine onafhankelijke wereld, en een geest van eendracht, op kameraadschappelijkheid gesteund, leidt daar de leerlingen en leerkrachten.”
Volgens dokter A. Fierens, die mee aan de basis lag van de eerste Sint-Ludgardis openluchtschool, zijn er in een openluchtschool niet de helft van de afwezigheids-dagen wegens ziekte, in vergelijking met een andere school.
“De lichamelijke ontwikkeling wordt harmonisch, maar vooral de open blik , de opgeruimde geest, het verdwijnen van allerlei zielsconflicten bij het kind is opvallend.” – dr. A. Fierens
In onze noordelijke streken, waar het zonnelicht karig toegemeten is, zien wij ons verplicht elk zonnestraaltje op te vangen en te benutten. Daarom vinden we de meeste openluchtscholen in het noorden van Europa.
In een openluchtschool staat één wand van de klas steeds open. Maar tevens moet aan de leerlingen geleerd worden open te staan voor al wat er in de buitenwereld gebeurt. Zij moeten leren zorg te dragen voor deze wereld. Zij moeten bewondering en eerbied krijgen voor de natuur.
Zij moeten aandacht en bezorgdheid leren voor de medemens.
Door heel het concept van openheid en vrijheid, het bezig zijn met de natuur, wordt aan de leerlingen een grote levensblijheid meegegeven. Deze levensblijheid is het fundament om te leren positief om te gaan met
de problemen van het leven.